Veel werkgevers investeren graag in de ontwikkeling van werkzoekenden of medewerkers die zich willen om- of bijscholen. Dat is goed voor de organisatie én voor de arbeidsmarkt. De overheid stimuleert dit via de Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg. Deze regeling biedt een financiële tegemoetkoming voor werkgevers die een praktijkplaats beschikbaar stellen aan een mbo-student in de derde leerweg. Voor ondernemers die begeleiding aanbieden in het kader van een kortdurend bij- of omscholingstraject kan dit een aantrekkelijke regeling zijn.
De subsidie bedraagt maximaal € 2.700 per student en is bedoeld als compensatie voor de kosten die een erkend leerbedrijf maakt voor de begeleiding tijdens de beroepspraktijkvorming. Werkgevers die regelmatig leerwerkplekken aanbieden of die actief inzetten op omscholing, doen er dus goed aan om te kijken of zij gebruik kunnen maken van deze regeling.
Voor wie geldt de regeling precies?
De subsidieregeling richt zich op werkgevers die praktijkplaatsen bieden aan werkenden met betaald werk of aan werkzoekenden die een opleiding volgen binnen de derde leerweg. Deze leerweg onderscheidt zich van de bol- en bbl-varianten omdat zij flexibel, kortlopend en vaak maatwerk is. Deelnemers volgen geen volledig mbo-programma, maar een gerichte scholing die aansluit bij een beroepskwalificatie of deelcertificaat.
De belangrijkste voorwaarde is dat het traject kortlopend is, wat in dit verband betekent dat de opleiding maximaal 52 weken duurt. Van die 52 weken komen maximaal 40 weken in aanmerking voor subsidie. De regeling is dus nadrukkelijk bedoeld voor snelle en praktische trajecten waarin leren en werken intensief worden gecombineerd.
Omdat de derde leerweg geen diplomaplicht kent, is de rol van het erkend leerbedrijf extra belangrijk. Het bedrijf moet zorgen voor een veilige leeromgeving en voldoende begeleiding. Deze begeleiding vormt de kern van de subsidievergoeding.
Waarom is deze regeling interessant voor werkgevers?
Investeren in begeleiding kost tijd en geld. Denk aan het inwerken van deelnemers, coaching op de werkvloer, het opstellen van leerplannen en het volgen van voortgang. De subsidie van maximaal € 2.700 kan een deel van deze kosten compenseren. Dat maakt het eenvoudiger om scholingsplaatsen aan te bieden, zeker voor kleinere organisaties.
Daarnaast helpt de regeling werkgevers bij het aantrekken en ontwikkelen van nieuwe medewerkers. In een krappe arbeidsmarkt heeft omscholing via de derde leerweg zich bewezen als een effectieve manier om nieuwe instroom op gang te brengen. De subsidie is daarbij een extra stimulans om leerplaatsen aan te bieden, ook wanneer de tijdsinvestering groot is.
Wat komt er kijken bij de aanvraag?
Het aanvraagloket voor deze regeling opent op maandag 3 november 2025. Werkgevers kunnen tot en met vrijdag 28 november 2025 een aanvraag indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het is belangrijk om vooraf alle gegevens compleet te hebben, zoals de praktijkovereenkomst, de begeleidingsdocumentatie en het bewijs dat het bedrijf als erkend leerbedrijf geregistreerd staat.
Een nauwkeurige administratie is essentieel, want de RVO beoordeelt achteraf of het leertraject daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en of er voldoende begeleiding is geweest. Werkgevers doen er goed aan om tussentijds de aanwezigheid, voortgang en begeleiding te documenteren. Daarmee voorkomt u vertraging of afwijzing bij de definitieve vaststelling van de subsidie.
De rol van de adviseur: signaleren, voorbereiden en begeleiden
Voor accountants en HR-adviseurs ligt hier een belangrijke kans om werkgevers te ondersteunen. Veel ondernemingen zijn niet volledig op de hoogte van de voorwaarden of de mogelijkheden van de derde leerweg. Een tijdige signalering zorgt ervoor dat werkgevers zich goed voorbereiden op de aanvraagperiode en dat zij geen subsidie mislopen omdat documenten ontbreken of omdat een traject nét buiten de criteria valt.
Adviseurs kunnen helpen bij het controleren van de duur van het traject, de begeleidingsuren, de juiste registraties en de status van het leerbedrijf. Ook kunnen zij werkgevers begeleiden bij het inrichten van een consistente administratie, zodat de aanvraag soepel verloopt.
Conclusie: benut de mogelijkheden van praktijkleren in de derde leerweg
De Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg biedt werkgevers een mooie kans om te investeren in nieuwe of bestaande medewerkers, zonder dat de kosten volledig op hun eigen schouders rusten. De subsidie van maximaal € 2.700 helpt bij het dekken van de kosten voor begeleiding, terwijl het bedrijf tegelijkertijd talent aan zich kan binden en de eigen arbeidsmarktpositie versterkt.
Het is wel belangrijk om tijdig te beginnen met de voorbereidingen. De aanvraagperiode is kort en de administratie moet volledig zijn. Met de juiste aandacht en begeleiding kunnen werkgevers optimaal gebruikmaken van deze regeling.
