Strand, zon én het lage btw-tarief?
Sporten op het strand is populairder dan ooit. Van bootcamp tot beachvolleybal en van yoga tot surfles: duizenden Nederlanders zoeken de kust op voor hun sportieve dosis zon en zeelucht. Maar wist je dat je als ondernemer in veel gevallen gebruik kunt maken van het verlaagde btw-tarief voor sportactiviteiten op of bij het strand?
Een interessant voordeel, want het verschil tussen het lage tarief (9%) en het algemene tarief (21%) kan flink uitmaken in je prijsstelling en concurrentiepositie. In deze blog leggen we uit hoe het zit, waar de grenzen liggen en hoe je voorkomt dat de Belastingdienst ineens met naheffingen komt.
Waarom een verlaagd btw-tarief voor sport?
Om sporten betaalbaar en toegankelijk te houden, heeft de overheid het lage btw-tarief in het leven geroepen voor het gelegenheid geven tot sportbeoefening. Dit geldt bijvoorbeeld voor:
- sportlessen en trainingen;
- het huren van sportaccommodaties;
- deelname aan sportevenementen;
- gebruik van sportfaciliteiten.
Deze regeling stimuleert een gezonde levensstijl én zorgt ervoor dat sporten niet onnodig duur wordt.
Hoe zit dat met sporten op of bij het strand?
De praktijk leert dat veel sportondernemers denken dat het strand ‘publiek terrein’ is en dat daar geen sprake kan zijn van een sportaccommodatie. Toch blijkt dat anders te liggen. Volgens de Belastingdienst geldt ook het strand of de directe omgeving daarvan als een sportaccommodatie, mits er sprake is van:
✅ een duidelijke afbakening of organisatie van de activiteit;
✅ sportbeoefening onder begeleiding of georganiseerd verband;
✅ een vergoeding die wordt betaald voor deelname.
Concreet betekent dit dat bijvoorbeeld de volgende activiteiten onder het verlaagde btw-tarief vallen:
- beachvolleybaltoernooien;
- georganiseerde bootcamps;
- groepslessen yoga of pilates op het strand;
- surf- en supp-lessen;
- andere georganiseerde sportactiviteiten met instructie.
Let op: niet alles is automatisch sport
Het is belangrijk te weten dat niet elke activiteit op het strand onder het lage btw-tarief valt. Twijfelgevallen zijn bijvoorbeeld:
- evenementen met een recreatief karakter, zoals strandwandelingen zonder sportelement;
- verhuur van ligbedden of parasols (valt onder 21% btw);
- commerciële feesten of festivals, ook als daar sportieve elementen in zitten;
- activiteiten zonder sportief doel of zonder begeleiding.
Het kerncriterium is: gaat het écht om sportbeoefening en geef je daar gelegenheid toe? Dan mag je meestal het lage tarief toepassen.
Ook van belang: de organisator
Nog een belangrijk punt: het lage tarief geldt alleen als je als ondernemer daadwerkelijk zelf de sportfaciliteit aanbiedt of de gelegenheid geeft tot sport. Ben je bijvoorbeeld alleen bemiddelaar of verkoop je een toegangsbewijs namens een ander? Dan kan de btw anders uitpakken.
Voorbeeld:
- Organiseer je zelf een beachvolleybaltoernooi en vraag je inschrijfgeld? Dan geldt het lage tarief.
- Verkoop je alleen tickets voor een extern sportevenement? Mogelijk geldt het hoge tarief, afhankelijk van de constructie.
Hoe bewijs je dat je recht hebt op het lage tarief?
De Belastingdienst let scherp op een juiste toepassing van het lage btw-tarief. Leg dus altijd goed vast:
✅ welke sportactiviteiten je aanbiedt;
✅ dat deze onder begeleiding plaatsvinden of georganiseerd zijn;
✅ welke vergoedingen je ontvangt;
✅ waar de activiteiten plaatsvinden.
Werk je met abonnementen of strippenkaarten? Zorg dan dat duidelijk is welke activiteiten daaronder vallen. Houd je administratie zo in dat je kunt aantonen waarom je het lage tarief toepast. Dit voorkomt discussies en naheffingen.
Een rekenvoorbeeld
Een concreet voorbeeld:
Stel je organiseert elke zaterdag een yogales op het strand. De les kost € 15 per deelnemer. Bij het verlaagde btw-tarief van 9% is dat € 13,76 exclusief btw en € 1,24 btw. Zou je het algemene tarief van 21% moeten rekenen, dan zou dat € 12,40 exclusief btw en € 2,60 btw zijn. Het verschil in btw is dus € 1,36 per deelnemer — een fors verschil als je groepen van 20 of meer deelnemers hebt!
Lokale regels en vergunningen
Een ander aandachtspunt: in veel kustgemeenten gelden specifieke regels voor commerciële activiteiten op het strand. Denk aan:
- vergunningen voor sportevenementen;
- regels voor gebruik van openbare ruimte;
- lokale heffingen of leges.
Controleer altijd bij de gemeente of je een vergunning nodig hebt. De btw-regels veranderen daar niet door, maar een ontbrekende vergunning kan wel leiden tot boetes of een verbod op je activiteiten.
Valt jouw activiteit onder sport of niet?
Twijfel je of jouw activiteit onder sport valt? Hier een snelle checklist:
- Is het fysiek inspannend?
- Heeft het een sportief doel?
- Vindt het plaats onder begeleiding of in georganiseerd verband?
- Wordt er een vergoeding gevraagd voor deelname?
Kun je op al deze vragen “ja” antwoorden, dan is de kans groot dat het lage btw-tarief mag worden toegepast.
Waarom is dit voor adviseurs zo belangrijk?
Voor accountants en fiscale adviseurs is het goed om te weten dat veel ondernemers in deze sector niet altijd de juiste btw-tarieven hanteren. Zeker kleinere ondernemers of zzp’ers zijn zich soms niet bewust van het verschil. Onjuiste toepassing kan leiden tot naheffingen, boetes én een aantasting van hun marge of concurrentiepositie.
Adviseer je een ondernemer in de sport- of evenementenbranche? Check dan altijd:
✅ de aard van de activiteiten;
✅ de btw-tarieven die worden gehanteerd;
✅ of lokale vergunningen op orde zijn.
Zo kun je proactief problemen voorkomen.
Conclusie: pak je voordeel!
Het verlaagde btw-tarief voor sport op of bij het strand kan een mooie besparing opleveren — én een commercieel voordeel ten opzichte van concurrenten die onterecht het hoge tarief hanteren. Maar let op: de regels zijn strikt en de Belastingdienst controleert scherp. Zorg dus dat je administratie klopt en dat je goed kunt uitleggen waarom je het lage tarief toepast.