Nieuwe wetgeving op komst: Vbar
Op 7 juli 2025 heeft de staatssecretaris de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar) ingediend bij de Tweede Kamer. Deze wet moet meer duidelijkheid geven over de beoordeling van de arbeidsrelatie tussen opdrachtgever en zelfstandige zonder personeel (zzp’er). De invoering staat gepland voor 1 juli 2026, maar dat betekent zeker niet dat u tot die tijd achterover kunt leunen.
Belastingdienst handhaaft weer sinds 1 januari 2025
Vanaf 1 januari 2025 is de Belastingdienst weer actief gaan controleren op schijnzelfstandigheid. Dit betekent dat er weer boekenonderzoeken en bedrijfsbezoeken plaatsvinden, en dat er correcties kunnen volgen in de loonheffingen. Ook al gebeurt dit ‘met de zachte hand’, de realiteit is: als u zzp’ers inhuurt, kunt u risico lopen.
Wordt de zzp’er gezien als werknemer? Dan kan de Belastingdienst alsnog loonbelasting en sociale premies naheffen bij de opdrachtgever. Maar daar blijft het niet bij. Denk aan risico’s zoals:
- verplichte loondoorbetaling bij ziekte;
- afdracht van pensioenpremies;
- toepassing van het arbeidsrecht: vakantiedagen, ontslagbescherming, transitievergoeding.
Modelovereenkomst: onmisbaar én beperkt
Het gebruik van een modelovereenkomst biedt opdrachtgevers een zekere mate van bescherming. Wordt er gewerkt volgens een goedgekeurde modelovereenkomst, dan is er onder voorwaarden geen sprake van loonheffing. Let op: deze bescherming geldt uitsluitend als u ook feitelijk werkt zoals in de overeenkomst is afgesproken. Afwijkingen in de praktijk? Dan is de modelovereenkomst weinig waard.
De goedgekeurde modelovereenkomsten blijven geldig tot 1 januari 2030. Tot die tijd blijven ze dus een belangrijk instrument om risico’s te beperken.
Wat verandert er met de Wet Vbar?
De Vbar-wetgeving brengt twee belangrijke vernieuwingen:
- Gezagsverhouding: De wet maakt gebruik van een nieuw toetsingskader gebaseerd op rechtspraak van de Hoge Raad. Dit kader bepaalt wanneer er sprake is van een gezagsverhouding, en dus van een dienstbetrekking.
- Rechtsvermoeden bij laag tarief: Is het uurtarief lager dan € 36, dan wordt verondersteld dat er een arbeidsovereenkomst is. De opdrachtgever moet dan aantonen dat dit niet het geval is. Let op: dit rechtsvermoeden kan niet worden ingeroepen door instanties zoals het UWV, de Arbeidsinspectie of de Belastingdienst — alleen de zzp’er zelf kan dat doen.
Wat moet u nu doen?
Totdat de Vbar-wet van kracht is, gelden de huidige regels. Dat betekent dat werken met modelovereenkomsten nog steeds hét middel is om risico’s te beperken. Maar dan moet u die wél op de juiste manier toepassen.
Checklist: werkt u nog volgens de modelovereenkomst?
- Zijn de afspraken nog actueel?
- Kloppen de werkzaamheden in de praktijk met wat er op papier staat?
- Wordt er geen gezag uitgeoefend over de zzp’er (zoals verplichte werktijden of verplichte aanwezigheid op kantoor)?
- Is de zzp’er vrij om het werk naar eigen inzicht uit te voeren?
Is het antwoord op één van deze vragen ‘nee’? Dan loopt u risico.
Tot slot: uw rol als ondernemer
Werkt u met zzp’ers? Dan is het belangrijk om niet alleen de juiste afspraken te maken, maar ook om te toetsen of u nog steeds feitelijk handelt volgens die afspraken. Want alleen werken met een modelovereenkomst is niet genoeg — u moet zich er ook daadwerkelijk aan houden.
Bij Reinink ondersteunen we ondernemers bij het scherp en compliant inrichten van hun arbeidsrelaties. Heeft u vragen over uw huidige modelovereenkomsten of twijfels over de uitvoering ervan in de praktijk? We denken graag met u mee.
TIP:
Check regelmatig of er feitelijk nog wordt gewerkt volgens de modelovereenkomst. Alleen dan voorkomt u vervelende verrassingen.
