De belastingrente voor de vennootschapsbelasting is de afgelopen jaren flink opgelopen. Waar ondernemingen in 2021 nog maar 4 procent belastingrente betaalden, steeg dit percentage in 2022 naar 8 procent en in 2024 zelfs naar 10 procent. Voor 2025 ligt de rente op 9 procent. Deze forse stijging heeft geleid tot meerdere procedures, waarin rechters zich buigen over de vraag of deze rentetarieven nog wel redelijk zijn. Hoewel een mogelijke verlaging eraan lijkt te komen, blijft het voor ondernemers en hun adviseurs cruciaal om belastingrente te voorkomen.
Waarom ligt de belastingrente onder een vergrootglas?
De snelle stijging van de belastingrente zorgt voor merkbare financiële gevolgen voor ondernemingen die achteraf vennootschapsbelasting moeten bijbetalen. Het is dan ook niet verrassend dat verschillende belastingplichtigen naar de rechter zijn gestapt. Twee rechtbanken hebben inmiddels geoordeeld dat de rentestijging onredelijk uitpakt voor ondernemers.
Een van deze zaken ligt momenteel bij de Hoge Raad. De advocaat-generaal heeft recent geconcludeerd dat de huidige belastingrente in de vennootschapsbelasting inderdaad te hoog is en adviseert de Hoge Raad om het percentage te verlagen. De uiteindelijke uitspraak wordt met veel belangstelling afgewacht, omdat dit gevolgen kan hebben voor veel ondernemingen én voor de uitvoeringspraktijk.
Een procedure starten? Dat klinkt aantrekkelijk, maar levert zelden voordeel op
Ondanks de kans op een verlaging van de belastingrente is het in de praktijk meestal niet verstandig om te procederen. Rechtszaken kosten tijd, energie en geld, en ondernemers blijven in onzekerheid zolang de uitkomst niet definitief is. Daarnaast is de kans groot dat een eventuele verlaging alleen toekomstig effect heeft. Terugwerkende kracht is juridisch gezien geen vanzelfsprekendheid.
Een procedure is daarom vooral een middel dat u liever voorkomt dan inzet. De beste strategie blijft om ervoor te zorgen dat belastingrente zo min mogelijk of helemaal niet wordt berekend.
Belastingrente voorkomen: stuur tijdig bij met een aanvullende voorlopige aanslag
De meest effectieve manier om belastingrente te voorkomen is een actuele, realistische inschatting van de te betalen vennootschapsbelasting. Wordt binnen de onderneming beter gepresteerd dan begin 2025 was verwacht en lijkt de winst hoger uit te vallen? Dan is het belangrijk dat er tijdig een aanvullende voorlopige aanslag wordt aangevraagd.
Door dit te doen, wordt de vennootschapsbelasting eerder betaald en ontstaat er geen situatie waarin achteraf grote bedragen moeten worden bijbetaald, met rente als vervelend extra kostenpost. Zeker in jaren met hoge belastingrentetarieven, zoals 2024 en 2025, kan dit duizenden euro’s schelen.
Voor accountants en adviseurs is dit een duidelijk signaalmoment: monitor regelmatig de tussentijdse cijfers en bespreek winstverwachtingen proactief met de ondernemer. Door vroegtijdig bij te sturen, voorkomt u rentelasten én onnodige discussies achteraf.
De rol van de adviseur: signaleren, doorrekenen en tijdig actie nemen
Ondernemers hebben niet altijd zicht op de impact van belastingrente. Vaak wordt er vooral gekeken naar de uiteindelijke belastingdruk en minder naar de rente die ontstaat door late betalingen. Juist daarom is een actieve rol van de accountant of fiscalist essentieel.
Het helpt om:
- tussentijdse cijfers te analyseren en winstontwikkelingen te bespreken,
- de voorlopige aanslag jaarlijks (en indien nodig vaker) te herzien,
- ondernemers uit te leggen dat een kleine aanpassing nú later grote rentekosten kan voorkomen.
Door deze begeleiding toe te passen, zorgt u ervoor dat uw cliënten niet afhankelijk worden van toekomstige rechterlijke uitspraken, maar zelf de grip houden op hun financiële positie.
Conclusie: mogelijke verlaging is welkom, maar preventie blijft de sleutel
Hoewel de belastingrente voor de vennootschapsbelasting mogelijk zal worden verlaagd, blijft voorkomen beter dan genezen. Het rentepercentage blijft namelijk hoog genoeg om ondernemers stevig te raken wanneer zij achteraf moeten bijbetalen. Dit maakt het extra belangrijk dat adviseurs scherp blijven op winstverwachtingen en tijdig een aanvullende voorlopige aanslag laten opleggen.